Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De koning van Israel nu en Josafat, de koning van Juda, zaten elk op zijn troon, bekleed met [hun] klederen, en zij zaten op het plein, aan de deur der poort van Samaria; en al de profeten profeteerden [12]in hun tegenwoordigheid. 11. Te weten, die boven hun gewoonlijke uitstaken, en vertoonden hun koninklijke majesteit. Zie 1 Kon.22:10. 12. Hebreeuws, voor hun aangezichten.